Dungse Labs

Melkboeren onder druk
Toen ze vier jaar geleden naar Nederland kwam met haar man hoorde ze al snel over de discussie rond de emissies van onder andere melkboeren. Itika: “De melkboeren in Nederland staan onder grote druk om het anders te doen. De huidige stikstofproblematiek draagt hier in grote mate aan bij.” Vanuit haar designbureau Studiocarbon – met roots in India en in Nederland – kwam ze op het idee om koeienmest te gebruiken als biobased en circulair materiaal. Itika: “Koeienmest is biobased, heeft een hoge kwaliteit en is rijk aan voedingsstoffen. Bovendien ken ik het materiaal en de werking al sinds mijn jeugd.”

Aan de slag
Samen met haar team ging Itika aan de slag. Itika: “We wilden het gewoon proberen en zijn zonder geld aan de slag gegaan met het ontwikkelen van producten uit koeienmest.” En met succes. Er kwam interesse uit het bedrijfsleven en ze kregen verschillende subsidies. Kort daarna richtte ze Dungselabs op met eveneens een vestiging in Nederland en in India. Op beide locaties wordt nu dagelijks gewerkt aan de verdere ontwikkeling van verschillende composieten op basis van koeienmest. Groot voordeel is dat je geen hele speciale machines nodig hebt om het te maken. De stap naar bouwmateriaal is daarin nog wel een grote. De bouwwereld is een traditionele wereld. Hoewel ze hier en daar innoveren blijft deze sector een lastige, verteld Itika. Wel blijft het haar ambitie om in 2025, zoals ze het zelf omschrijft, het eerste tinyhouse te bouwen van koeienstront.

Meubel- en interieurindustrie
In de route naar deze ambitie richt Dungse zich op dit moment op de meubel- en interieurindustrie. Zo maken ze al verschillende schalen en andere gebruiksvoorwerpen voor in huis, maar ook binnendeuren. Itika: “Het ontwikkelen van deze producten is voor ons zeer waardevol. We kunnen het materiaal goed te testen, voordat we het gaan gebruiken als bouwmateriaal.” Daarbij helpt het dat er vanuit Nederland en India aan de ontwikkeling van het product wordt gewerkt. Zo is de samenstelling van koeienmest in India anders dan die in Nederland. Dit komt met name door de verschillen in klimaat en voeding, aldus Itika. “Door hetzelfde experiment in India uit te voeren, krijgen we veel informatie en kunnen we in de toekomst sneller opschalen.”

Van afval naar grondstof
Groot voordeel van het gebruik van koeienmest als grondstof is het mestoverschot waar boeren in Nederland op dit moment mee te maken hebben. Ze moeten momenteel betalen om van hun mest af te komen. Met een doorbraak zoals Itika die voor ogen heeft biedt dit grote voordelen voor de melkboeren. Ze hoeven hun mest niet langer te zien als een kostenpost, maar krijgen er voor betaald als grondstof. En ook daar heeft Itika al een kleine doorbraak gemaakt. De wet- en regelgeving is zo geregeld dat koeienmest wordt gezien als afval. En afval mag je in Nederland niet zomaar gebruiken als grondstof voor producten. Itika: “Samen met de WUR hebben we onderzoek gedaan om te kijken hoe we met deze wet- en regelgeving konden omgaan en dat is gelukt. Wanneer we de koeienmest van te voren ontsmetten, mag het vervolgens als grondstof worden gebruikt.”

Lokaal en circulair
Om het product ook echt lokaal en circulair te maken wil Dungse het product dicht bij de grondstof maken. Hiervoor ziet Itika de oplossing in modulaire microfabrieken die gemakkelijk op te bouwen zijn op verschillende locaties. De filosofie daarbij is om deze fabrieken in een straal van maximaal 100 kilometer van een melkboer neer te zetten. Zo draag je bij aan een circulaire en lokale economie. In de microfabrieken worden vervolgens halfproducten gemaakt die weer verder worden verwerkt tot eindproducten. En daar zit momenteel een uitdaging. Itika: “De komende periode houden we ons bezig met de ontwikkeling van een blueprint voor de bouw van de microfabrieken. Voorwaarden daarbij zijn dat ze modulair en efficiënt zijn in energiegebruik en in snelheid.”

Wil je meer weten over Dungse en wat ze doen? Kijk dan op www.dungselabs.com